Als u overlijdt, laat u een erfenis na. Deze erfenis omvat bezittingen en schulden. De erfenis wordt verdeeld onder de door de wet aangewezen personen, dan wel onder de door u middels een testament aangewezen personen of goede doelen.
De wet is helder in de uitleg wie uw erfgenamen zijn. De wet heeft dit onderverdeeld in vier groepen:
U kunt ook zelf uw opvolgers in uw vermogen na uw overlijden aanwijzen. Dit kan alleen via het opstellen van een testament.
Omdat een erfgenaam de overledene opvolgt in zijn vermogen of een deel daarvan, zowel in de baten als in de schulden, geeft de wet drie mogelijkheden: zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen.
Bij verwerpen van de erfenis doet u afstand van alle baten (ook de inboedel) en bent u niet aansprakelijk voor de schulden. Iemand die een erfenis wil verwerpen, moet bij de rechtbank een verklaring ondertekenen. De rechtbank maakt een akte van verwerping op. De rechtbank rekent hiervoor griffierechten. Een erfgenaam die wil verwerpen, moet er rekening mee houden dat (in sommige gevallen) zijn kinderen in zijn plaats de erfenis krijgen.
Indien u het verwerpen van de erfenis overweegt, adviseert Huib Ruijgrok u graag omtrent de gevolgen, zowel financieel als praktisch gezien.